DE KENMERKEN VAN TOERSKISTOKKEN

Skistokken die gebruikt worden voor het alpineskiënzijn maar gedeeltelijk aangepast aan toerskiën. Specialetoerskistokkenvergemakkelijken de beklimming en garanderen ook maximaal plezier op de weg naar beneden. Ze hebben heel specifieke kenmerken.

De tellers

Voor afdalingen in poedersneeuw heb je toerskistokken met zo groot mogelijke tellers nodig zodat ze niet te diep wegzakken. Op harde oppervlakken kun je evengoed stokken met kleinere tellers gebruiken.

De punt

De punt van je stokken moet ongeveer 89 cm hoger zitten dan de teller. De ronde kroon (het deel van de stok dat direct contact maakt met de grond) moet bestaan uit een zeer hard en stevig materiaal zodat je genoeg grip hebt, zelfs op een bevroren ondergrond.

De handgrepen

De handgrepen van toerskistokken bestaan meestal uit kurk, rubber of EVA-schuim. De keuze van het meest geschikte materiaal is in de eerste plaats een kwestie van smaak. Wel moet je er natuurlijk op letten dat de stokken aangenaam zijn om vast te houden en dat ze een goede grip bieden. Ergonomische handgrepen zijn dus ideaal.

Afstelling

Skistokken met een vaste lengte zijn doorgaans lichter en stabieler dan afstelbare modellen, maar misschien zijn ze niet even geschikt voor het parcours (afdaling of beklimming), het terrein of de soort sneeuw. Opplooibare of telescopische stokken zijn dan een goed alternatief. Opplooibare stokken bestaan uit drie delen, die meestal worden samengehouden door een verbindingsstuk. Dankzij hun lichtheid en het feit dat ze weinig plaats innemen, zijn ze relatief gemakkelijk op te bergen. Ze zijn echter vrij kwetsbaar voor breuken en andere beschadigingen. Precies daarom geven veel skiërs de voorkeur aan zogenaamd 'telescopische' skistokken die met behulp van een vergrendelingssysteem of met bouten op de juiste hoogte kunnen worden ingesteld. Telescopische stokken bieden bovendien meer instelmogelijkheden dan plooistokken.