Trampolinespringen is goed voor uren (en jaren) entertainment. Ontbreekt het je even aan inspiratie? Lees dan zeker verder. Met deze games en sprongen breng je extra leven in het spel!
Een trampoline is ideaal om op een speelse, ongedwongen manier te bewegen. Om ongevallen te vermijden, is het wel belangrijk om eeen aantal basic veiligheidsregels in acht te nemen. We geven enkele tips om ervoor te zorgen dat je kind zich zorgeloos kan uitleven.
Enkele regels om veilig op de trampoline te springen
Enkele regels om veilig op de trampoline te springen
Je kinderen voorstellen om spelletjes te doen op de trampoline is een efficiënte methode om hun energie op een leuke manier te kanaliseren. Ook jij hebt er voordeel aan: je bent in de buurt en toch heb je een beetje rust. Daarnaast is het een goede manier om wat autonomie te geven aan de kleintjes: zodra de spelregels zijn uitgelegd, zijn zij zelf aan zet!
Kinderen houden wel van wat duizelingen. Ze blijven vaak maar rondjes draaien, terwijl jij al last krijgt door er gewoon maar naar te kijken. Daarom is de tornado echt iets voor hen! Met je chronometer bij de hand tel je hoeveel keer ze om hun as kunnen draaien in 30 seconden, zonder van het middelpunt van de trampoline af te wijken. Aan de hand van dit spel worden ze zich bewust van hun lichaam in de ruimte en krijgen ze controle over hun opstuit op de trampoline. Je zult hen misschien wel wat moeten helpen om nadien veilig van de trampoline te komen...
Het idee is heel eenvoudig. Je moet zo hoog mogelijk springen, in het ideale geval even hoog als de Eiffeltoren, dus 324 meter hoog. Gemakkelijk, toch?
*Eiffeltoren
De naam zegt het al, er zijn geen regels, hier mogen ze zelf improviseren. Ze doen alle sprongen die ze maar willen binnen de toegestane tijd. Door de tijd af te bakenen maak je de oefening wat spannender.
Op kinderfeestjes kan het leuk zijn om een jury aan te stellen. De juryleden kunnen vanachter hun tafel punten geven op een krijtbordje en daarna het bordje in de lucht houden. Op die manier komt iedereen aan de beurt op de trampoline en meten ze zich met elkaar op basis van verschillende categorieën: kunstjes, hoogte, enz... Om het nog feestelijker te maken, kan je muziek opzetten!
Kies een liedje met een goede beat en spring op het ritme van de muziek.
Met deze basisfiguren doe je al heel veel.
Kaarssprong
De klassieker om op te warmen. Spring goed recht, in het midden van het springvlak, met je tenen naar beneden gericht als je in de lucht bent en je armen gestrekt boven je hoofd ter ondersteuning van je beweging. Hoe langer je springt, hoe hoger je gaat!
Zitsprong
Je begint rechtopstaand op de trampoline, je zet af om te springen en komt al zittend neer op het springvlak. Je kunt deze beweging meerdere keren herhalen: staan, zitten, staan, zitten... je handen mag je naast je bovenlichaam plaatsen zodat je rechtop blijft als je gaat zitten, maar je lichaamsgewicht mag er niet op rusten.
Op je knieën
Je vertrekt vanuit staande positie om dan op je knieën te gaan zitten dankzij het opstuiteffect van de trampoline. Het is de bedoeling om deze oefening zachtjes aan te doen, om je knieën niet te fel te belasten.
180° draaien
Als je meerdere kaarssprongen hebt gemaakt, wordt het tijd om je aan eenvoudige draaibewegingen te wagen. De 180° is al een goede opwarming: je doet een kaarssprong en maakt daarbij een halve omwenteling. Je staat nu met je rug naar de kant waar je voorheen naar keek en andersom.
360° draaien
Als je meerdere halve draaien hebt gemaakt, ben je klaar voor een volledige schroef. Hoe doe je een 360°? Je springt in kaarshouding en draait daarbij volledig rond je as. Zorg er wel voor dat je goed in het midden van het springvlak blijft.
Als je als kind geturnd hebt, dan zullen bepaalde oefeningen je bekend in de oren klinken. Op een trampoline is de aanzet van een sprong krachtiger, daardoor worden technische sprongen zoals salto's of rondats een stuk toegankelijker.
Deze sprongen zijn - mits een beetje oefenen - haalbaar voor velen:
Voor deze statische sprongen, start je best in het midden van je trampoline.
(Daar heb je de beste opstuit).
Spreidhoeksprong:
Je springt met beide voeten in het midden van de trampoline en je brengt je benen horizontaal in de lucht.
Je armen houd je tussen je benen in.
Hoeksprong:
De spreidhoeksprong, maar met je benen dicht!
Hurksprong:
Je vertrekt in kaarshouding en als je op het hoogste punt komt, trek je je benen in en daarna strek je ze weer uit om vlotjes op de trampoline terecht te komen.
Rondat:
De rondat is een radslag waarbij je met je benen gesloten landt. Is het je nooit gelukt om dit te doen tijdens de gymlessen? Op de trampoline lukt het je vast wel. Vertrek met je handen in de lucht en maak een kwartdraai wanneer je eerste hand de trampoline raakt, maak vervolgens nog een kwartdraai totdat je je tweede hand kunt zetten. Je voeten komen in de landingsfase bij elkaar, voordat je op het doek terechtkomt.
Grabsprong:
Als je soms ook wel eens gaat skaten (of snowboarden), dan weet je wat "grab" betekent: vastgrijpen. Zo verstaan we onder een "nose grab" het vastgrijpen van het uiteinde van je board tijdens een sprong. Bij trampolinespringen is dat een beetje gelijkaardig, met dit verschil dat je geen board hebt om vast te grijpen. Om een grabsprong te maken, spring je op het springdoek om zoveel mogelijk hoogte te nemen. Terwijl je in de lucht bent, trek je je benen in, zodat je je voeten kunt raken.
Voorwaartse flip:
We zijn vertrokken voor een andere klassieker uit de gymlessen die, laten we eerlijk zijn, voor de meesten onder ons best moeilijk is. Op de trampoline wordt het al makkelijker, op voorwaarde dat je goed bent opgewarmd en gebruik kunt maken van je opstuit om je sprong kracht bij te zetten. Je vertrekt met je voeten naast elkaar en springt naar voren om met beide handen tegelijk op de grond terecht te komen. Je duwt je af op je armen om je benen naar achteren te zwieren en klaar! Je staat nu aan de andere kant van de trampoline. Deze oefening is voorbehouden voor wie al goed getraind heeft!
Achterwaartse flip
Heb je de voorwaartse flip al goed onder de knie? Dan kun je je aan de achterwaartse flip wagen. De sprong is dezelfde, maar je gaat je deze keer naar achteren gooien zodat je met je handen op de trampoline terechtkomt en jezelf weer naar voren kunt duwen.
Breng een of meerdere ballen in het spel, en de mogelijkheden zijn onbeperkt. Je gooit de bal bijvoorbeeld in de lucht en probeert zoveel mogelijk oefeningen uit te voeren voordat hij weer op het springvlak landt. Of doe zoals een echte gymnast, en vang de bal op het eind van elke sprong. Ook leuk is de "zeeleeuw"... Probeer de bal - al springend - zolang mogelijk met je hoofd in de lucht te houden. Wie dit het langst volhoudt, wint!
En als het nog wat flitsender of acrobatischer mag, dan introduceer je ook enkele circuskunstjes. Jongleren met ballen, met Chinese bordjes, met een diabolo of devil sticks... Voor je het weet wordt je getrakteerd op een heuse show.
met een passie voor hardlopen en acrobatie.