De juiste wandelschoenen voor in de winter kiezen

Je schoenen mogen nog zo warm zijn, als je niet zeker bent dat ze waterdicht zijn, zijn ze nutteloos.

Bij Quechua gebeurt de waterdichtheidstest in beweging : een ondergedompelde schoen wordt gebogen en getest op drie niveaus van waterdichtheid: 2000 buigingen (ongeveer 2 uur wandelen), 4000 buigingen (ongeveer 4 uur wandelen) en 8000 buigingen (ongeveer 8 uur wandelen).

Je vindt deze informatie terug onder de technische eigenschappen op de productfiche, zo heb je een goed idee van wat je schoen aan kan!

Mocht de waterdichtheid van je schoenen na verloop van tijd afnemen, aarzel dan niet om ze te herstellen met een waterdichtmakendespray.

Je hebt goede wandelschoenen maar ze zijn niet waterdicht? Dan komen gaiterszeker van pas.~Die plaats je over je wandelschoenen, om ze te beschermen tegen vocht van bovenaf (regen).

De schoenzool is belangrijk om je voeten te beschermen tegen de ondergrond,maar er is meer!

Met gladde zolen op een beijzelde of besneeuwde ondergrond ben je bijna zeker van een val.

Daarom zijn de grootte van de noppen en de samenstelling van de zool belangrijke criteria bij het kiezen van je winterschoenen.

Met grotere noppen (ongeveer 5 mm) biedt je zool een betere grip. Soepel materiaal zorgt voor meer grip in vergelijking met hard materiaal!

De Quechua-schoenen die speciaal ontwikkeld werden voor in de sneeuw zijn uitgerust met de SnowContact zooltechnologie. Het materiaal en het ontwerp werden geoptimaliseerd voor een maximale grip.

Als je zolen te glad zijn, kun je ze voorzien van stijgijzers, die op de schoen komen net zoals sneeuwkettingen op een band!

Een paar wandelstokken zorgt eveneens voor het nodige evenwicht.