In het algemeen zijn buitenbanden voor racefietsen vrij dun en licht om maximale snelheid te behalen. Maar wat racefietsbanden verder onderscheidt van gewone fietsbanden, is hun beperkt profiel. De tractie is dus minimaal. Dit heeft een duidelijk voordeel, want bij hoge snelheden rijd je comfortabeler omdat de trillingen van de fiets beperkt worden. Het beperkte contactoppervlak versterkt dit effect nog en moedigt aan om met hoge snelheden te rijden terwijl je toch comfortabel blijft fietsen.

Voor een optimale lekbescherming zijn racefietsbanden ook verkrijgbaar met een bekleding in geweven nylon. Dankzij deze coating wordt de binnenband van de fiets extra beschermd voor meer duurzaamheid.

Kenmerken van buitenbanden voor racefietsen:

Dunne, lichte en smalle banden
Beperkt profiel
Minimaal contactoppervlak
Lekbestendig

DE VERSCHILLENDE TYPES VAN BUITENBANDEN VOOR RACEFIETSEN

Tubes

Zogenaamde tubes bestaan uit een latex binnenband die omsloten wordt door een externe structuur waarop een loopvlak is bevestigd. Het nadeel van tubes is de complexe montage. Het is immers noodzakelijk om eerst het wiel te reinigen van lijmresten, de tube soepel te maken, een nieuwe lijmlaag aan te brengen en deze minimaal 12 uur te laten drogen. Al deze randvoorwaarden hebben veel fietsers ertoe aangezet om te kiezen voor meer "klassieke" racefietsbanden. Bovendien hebben tubes de vervelende neiging om leeg te lopen, vooral die met een latex binnenband.

Racefietsbanden met binnenband

De racefietsbanden met binnenband zijn de meest gebruikte banden. Ze zijn niet duur en ook gemakkelijk te monteren en te demonteren in het geval van een lekke band. Het grote nadeel van dit type buitenband is vooral de kwetsbaarheid voor lekrijden. De binnenband kan namelijk geperforeerd worden als hij gekneld geraakt tussen de velg en de buitenband bij een verkeerde montage of bij een grote impact. Om het risico op een lekke band te voorkomen, is het raadzaam om eerst een velglint te monteren.

Tubeless banden

Merken als Michelin en Hutchinson in 1998 hebben de tubeless-technologie populair gemaakt. Tubeless is een systeem zonder binnenband. De buitenband en de velg vormen een luchtdicht geheel dankzij specifieke hieldraden die in de velgranden klikken. Tubeless vermindert het risico op snake bites en maakt het mogelijk om te rijden met een lagere bandenspanning en het comfort van de fietser te verhogen. De wegligging wordt verbeterd dankzij een grotere tolerantie voor vervorming zonder het risico dat de band van de velg loopt.

EEN RACEFIETSBAND BESTAAT IN VERSCHILLENDE BREEDTES

Het assortiment racefietsbanden en de verschillende merken banden zoals Michelin, Continental, Vittoria en Btwin bieden een ruime keuze aan configuraties. Zo kan elke fietser de buitenband vinden die het beste bij hem past volgens verschillende criteria: levensduur/duurzaamheid, grip, gewicht … Daarna hoef je nog enkel de juiste bandbreedte te kiezen: 23 mm, 25 mm en zelfs 28 mm of breder voor meer comfort, grip en prestaties naargelang de gebruiksomstandigheden.

De grotere bandbreedtes zijn ook interessant voor een nieuw type fiets dat de laatste jaren erg populair is: de gravelbike. Gravelbanden zijn vaak breder en hebben inkepingen om de grip van de fiets te maximaliseren en zo het risico op lekrijden te voorkomen.

HET BELANG VAN HET WEER BIJ DE KEUZE VAN RACEFIETSBANDEN

Ongeacht of je nu wilt gaan trainen of aan een wedstrijd wilt deelnemen, het weer is een zeer belangrijk factor om rekening mee te houden bij het kopen van racefietsbanden. Het heeft inderdaad invloed op de grip van je banden en dus op het risico op een valpartij.

Kies bij regenachtig weer voor een zachtere band of een 'all season'-band zoals die van Continental en Hutchinson. Laat je band ook een beetje leeglopen zodat hij niet te hard is, dit komt de grip van je racefiets ten goede.
Kies bij zonnig weer voor gladdere en hardere racefietsbanden, die geven minder wrijvingsweerstand in contact met de grond en dus betere prestaties.