topbanner

Gelijk aan zet!

Van een inclusieve teamsamenstelling waar elk talent telt, tot leren samenspelen over de gendergrenzen heen: korfbal, touch rugby en quidditch zijn maar enkele van die gemengde sporten die de waarden van goed sportmanschap zo goed uitdragen.

foto1

Steven muys (48), speelt en coacht in korfbalclub sikopi antwerpen

"Ik speel al korfbal sinds mijn 6 jaar. Mijn ouders hebben de club mee opgericht in ’86. Korfbal was toen nieuw in België, maar intussen won de sport aan populariteit. We hopen dat het ooit een olympische sport wordt, omdat het de olympische waarden meer dan ooit uitdraagt. Dat we met gemengde teams spelen is één van de redenen. Hoe de club mensen over leeftijden heen samen laat spelen is ook een krachtig fenomeen, maar het familiale gehalte van de club is ook opvallend. Ik heb mijn vrouw leren kennen in de korfbalclub, intussen spelen mijn zonen van 21 en 23 ook mee. Het is een echte familiesport. Ik merk over de jaren wel een kleine mentaliteitsverandering in de club. Waar wij vroeger voor korfbal leefden, hebben jongere spelers nog andere hobby’s. Hierdoor zie ik dat er minder enthousiast of frequent wordt getraind. Dat is soms wat moeilijk voor de oude garde." 

Hoe zit korfbal precies in elkaar?

"Een team bestaat uit twee mannen en twee vrouwen, die verdeeld per gender op een aanval- of verdedigingsvak spelen. Om de twee punten is er een vakwissel. De bal wordt naar elkaar gepast en er wordt een punt gemaakt door de bal door de korf te gooien. De invloed van een coach is belangrijk om een gemengd team te doen samenwerken. Spelers moeten inzien dat ze elkaar nodig hebben. Als ik korfbal vergelijk met voetbal, merk ik hoezeer die aanvallers gefocust zijn op de bal en niet altijd doorhebben wat hun teamgenoten aan het doen zijn. Korfballers hebben een beter overzicht. Ze spelen voor elkaar, ze begrijpen de waarde van het team. Spelen en coachen in een korfbalteam stond ook mooi op mijn CV. Door samen met vrouwen te sporten, leer je elkaars kleine kantjes kennen. Vandaag werk ik als magazijnverantwoordelijke en stuur ik ook professioneel een gemengd team aan. Net als bij korfbal maak ik dat ik iedereen gelijkwaardig aanstuur en dat elke functie en kwaliteit van elk teamlid aan bod komt. Het is belangrijk dat je er alles uithaalt wat erin zit, maar dat het vooral plezant blijft."

foto2

Jasper caluwaerts (23) en ella stallaerts (24) coachen en spelen touch rugby bij touch gent

Jasper: "Touch is ontstaan in Nieuw-Zeeland als spel om je rugby skills te blijven trainen buiten het speelseizoen. Om het lichaam te sparen, werden de tackles eruit gelaten. Intussen werd het een populaire sport in alle Angelsaksische landen. Een team bestaat uit zes spelers, drie daarvan moeten verplicht vrouwelijk of junior zijn. Met zo’n 7 teams in België zijn we een kleine alternatieve sport, maar we groeien gestaag. In het jaar spelen we een zestal wedstrijden en we doen ook mee aan internationale competities. Best doenbaar voor wie zich niet elk weekend kan vrijmaken voor een wedstrijd. Wil je echter groeien als team, dan moet je regelmatig op training zijn. Dat blijft onze grootste uitdaging."

Ella: "Het moet wel de meest inclusieve sport zijn waar ik ooit aan heb deelgenomen. Ons oudste clublid is 63 jaar, we hebben zelfs een speler met autisme en onlangs ook een heel gezin. Als familiesport kan touch zeker tellen. Door die bijzondere mix van mensen wordt er veel individueler gecoacht. Touch laat variatie en persoonlijke toetsen ook toe. Je kan een spelhandeling op tal van manieren toepassen."

Interessante mix van spelersprofielen, loopt het samenspelen even vlot?

Jasper: "Iedereen heeft een rol op het veld. Er zijn mids (spelverdelers), wingers (spelen op de flanken) en links (verbinden de mids met de wingers). Mids zijn vaak straffe lopers die wel eens individueel kunnen spelen, de spelers op de zijlijn zijn soms iets minder ervaren en worden niet altijd even sterk betrokken in elke fase van het spel."

Ella: "Dan kan wel eens wringen. Ik vind het zonde om niet alle talenten van je team aan bod te laten komen. Mids zijn over het algemeen mannelijke spelers, waar dames meer gericht zijn op samenspel, hebben mannen meer de neiging om zelf eerst het verschil te maken."

Wat kunnen we leren van spelen in een gemengd team?

Ella: "Ik zie de talenten van mijn medespelers als een stimulans voor mij. Spelers die sneller of tactischer spelen dan ik motiveren me om het beste uit mezelf te halen."

Jasper: "Ik leer voornamelijk samen te werken. Ik ben dan misschien een goede loper, maar kan niet verwachten dat iedereen even snel is. Het blijft een werkpunt bij elke match om de spelers rondom mij sterker te maken in hun spel."

Ella: "Dat is wel opvallend hé, hij wil mensen beter maken, en ik probeer beter te worden. Zie je de nuance?"

Jasper: "Ik heb dat geleerd van onze Nieuw-Zeelandse coach. Als die op een veld staat, doet hij niets anders dan de spelers rondom hem beter maken. Het is een gave die me tot op de dag van vandaag bijblijft en waar ik mijn ultieme werkpunt van maak, ook als coach en in mijn werk als leerkracht."

Ella: "Van hem heb ik geleerd niet meer geïntimideerd te zijn door de sterke sporters rondom mij. Zijn lessen sterken mij in de gedachte dat ook ik hen iets bij kan leren. Ik moet niet beter zijn dan hen om hen iets bij te leren."

Quidditch

Wing tji liu (29) speelt quidditch bij het brussels sprouts team

"Bij quidditch is het de bedoeling dat iedereen zich thuisvoelt in de community, ongeacht je genderidentiteit. Dat is eigen aan de sport. Er bestaat bij ons zoiets als de ‘gender rule’, dat houdt in dat je maar met maximum 4 mensen van hetzelfde geslacht in een team van 7 kan spelen. Wie zichzelf niet per se identificeert als man of vrouw kan zich ook als non-binaire speler opgeven. Wij hebben gemengde kleedkamers en slapen in dezelfde slaapzaal op teamweekends. Machogedrag wordt niet getolereerd in de quidditch-community. Wie vaak hero runs doet (alleen willen scoren zonder passen te geven aan je teamgenoten) wordt daarop teruggefloten. Het blijft tenslotte een teamsport.

Meisjes worden onbewust anders opgevoed dan jongens, waardoor vrouwen zich altijd wat terughoudender gaan voortbewegen op bijvoorbeeld de carrièreladder, en ik merk dat gedrag ook op op het veld. Zo is de quaffle carrier, ofwel de drijver die de bal door de hoepels zal werpen om een punt te scoren, vreemd genoeg vaak een man en de spelers op de flanken eerder vrouwen. Onlangs hebben we een female focussed training georganiseerd. Daar werden de mannelijke teamleden gevraagd om tegen hun gewoontes in ruimte te laten aan de vrouwen om in de aanval te gaan. Die training bracht me helemaal uit mijn comfortzone. Ik heb gemerkt dat ik een even goede aanvaller kon zijn als mijn mannelijke teamleden. Toch voel ik dat ik me als vrouwelijke speler tijdens het spel meer moet bewijzen om die positie te mogen innemen. Er is nog werk aan de winkel. Onze 2 coaches zijn gelukkig heel humaan. Bij elke frustratie of conflict kunnen we makkelijk bij één van hen terecht."