Zaalvoetbal voor een geest in topconditie

“Vandaag ben je verdediger. En pivot. En flankspeler." Hoewel de individuele tactieken lijken op die van het traditionele voetbal, moet bij zaalvoetbal elke speler zowel in de aanval als in de verdediging kunnen spelen. "Het bijzondere aan zaalvoetbal is dat een speler op elke positie moet kunnen spelen. Tijdens het spel verander je als vanzelf van positie. Door een verwisseling van plek, door de specifieke ruimte, verander je van rol. Als zaalvoetballer speel je een volledig spel", bevestigt Djamel Haroun.

Doorgaans wordt vanaf een jaar of 14-15 jaar aan teamtactieken gewerkt. Die zijn specifiek voor zaalvoetbal, en iedereen moet ze kennen om tijdens de wedstrijd van tactiek te kunnen veranderen. Elke spelfase wordt gespeeld rond een specifieke actie: inworp, vrije trap, hoekschop of ingooi van de keeper, telkens met een bijbehorende tactiek.

Zaalvoetbal, dat is de geur van het parket opsnuiven, je een van de vijf musketiers voelen, en gedurende tweemaal twintig minuten een blok vormen waar iedereen zichzelf tot het uiterste geeft en zich veelzijdig opstelt. Teamspirit is hier heel belangrijk.

Je staat slechts met z'n vijven op het veld, en daarom moet je ook je teamleden helpen. Iedereen zit in hetzelfde schuitje. Er zijn maar heel weinig individuele prestaties, doelpunten zijn het resultaat van collectieve acties. En het is natuurlijk niet de bedoeling om geschillen te beslechten met tackles of smerige overtredingen. In zaalvoetbal is geweldloosheid een van de belangrijkste waarden: tackles zijn verboden en spelbederf wordt zwaar bestraft.

Dus als je kind reflexen wilt ontwikkelen die zijn of haar avatar in Fifa waardig zijn, niet langer bang wil zijn van de bank en een echte teamplayer wil worden, dan is er maar één oplossing: zaalvoetbal.