Je kind leren fietsen

Je kind leren fietsen

.

Een kind leert fietsen in verschillende stappen:zijn evenwicht bewaren, trappen en remmen. Het kind kan dit niet allemaal in één keer leren. Het bewaren van zijn evenwicht is dan ook het eerste wat hij moet kunnen.

Het evenwicht vinden op een kinderfiets

Je evenwicht leren bewaren op een fiets is waarschijnlijk een van de moeilijkst te nemen hordes. Het gebeurt dan ook niet zelden dat een kind valt door te veel of juist niet genoeg aan zijn stuur te draaien.

Om het evenwicht te leren bewaren, is een loopfietsje het meest efficiënte middel. Dit fietsje zonder pedalen is geschikt voor kinderen vanaf 2 jaar. Op die manier kunnen zij al kennismaken met fietsen én hun evenwicht leren bewaren.

Sommigen zeggen dat het gebruik van een loopfietsje het nadien moeilijker zal maken om te leren trappen. Het klopt dat het kind zich in deze fase vooral concentreert op zijn evenwicht. Nadien zal hij nog moeten leren trappen, maar dat zal hij dan veel gemakkelijker aanleren.

De Woony is een loopfietsje waarmee je kind gemakkelijk kan overschakelen naar trappen. Dit loopfietsje is gemakkelijk om te vormen tot een kinderfietsje dankzij een transmissiesysteem dat je er eenvoudig op monteert.

Bovendien heeft de Woony een rem, net zoals het loopfietsje Run Ride, waardoor het kind al heel vroeg leert remmen. Dit dankzij het STOP EASY-remsysteem.

Toch leren niet alle kinderen hun evenwicht bewaren via een loopfietsje. In dit geval hebben we nog andere oplossingen:

Hoe kan je je kind in alle veiligheid en vertrouwen helpen fietsen?

B’TWIN heeft een leerstang ontworpen. Die stang bevestig je achteraan op de kinderfiets (14 inch of 16 inch), zodat een volwassene de fiets onder controle kan houden als het kind zijn evenwicht verliest.

Een leerstang heeft heel wat voordelen:

Eerst en vooral voor het kind: als hij niet valt, blijft hij gemotiveerd. Hij wordt ook niet gehinderd door de stang (die achter hem zit en hem dus niet uit zijn concentratie haalt). Zo leert het kind veel sneller fietsen door zijn evenwichtsgevoel stelselmatig op te bouwen. Fietsen wordt kinderspel!

En ook voor de ouder: Afhankelijk van de vlotheid waarmee je kind fietst, hou je de fiets meer of minder onder controle. Zo speel je zelf een rol in het succesverhaal van je kleine fietser! De stang is heel gemakkelijk en snel te installeren zonder extra gereedschap. Je kan hem installeren op de 14 inch en 16 inch kinderfietsen van B'TWIN.

hoe kan je je kind in alle veiligheid en vertrouwen helpen fietsen?

Meester worden van de fiets

Plaats het zadel in het begin zo dat je kind de beide voeten plat op de grond kan zetten.

Toon je kind hoe hij het best op zijn fiets zit: met rechte rug en het hoofd goed omhoog, in de verte kijkend terwijl hij zijn stuur goed vasthoudt. Toon hem waar de remmen zitten en hoe hij die moet gebruiken.

Je kind moet begrijpen dat hij de controle heeft over zijn fiets en niet omgekeerd. Hiervoor kan hij beginnen met de fiets over een kleine afstand al stappend vooruit te duwen (zoals een loopfiets), terwijl hij voor zich uit kijkt. Zo maakt hij al kennis met zijn "machine" en voelt hij hoeveel die weegt.

Om te vermijden dat je kind bang is om te vallen, kan je hem best beschermen (helm, handschoenen, elleboogbeschermers, kniebeschermers, enz.) Rust hem goed uit!

Je kind kan ook oefenen om zelf zijn fiets op en af te stappen. Hij moet zijn fiets zo snel mogelijk kunnen 'verlaten', dus hij moet hem kunnen achterlaten en er een eind van weg gaan zodra hij is afgestapt.

Tip om te leren fietsen

LEREN VERTREKKEN

Leren vertrekken

2 mogelijkheden:

- Je blokkeert de fiets met de remmen, je brengt één pedaal omhoog en zet je voet erop. Je laat de remmen los en duwt op de pedaal om vooruit te komen. De andere voet zet je dan op de tweede pedaal en zo kan je beginnen trappen.

- Je komt vooruit door met een voet af te duwen op de grond, terwijl de andere voet op de onderste pedaal staat. Als de fiets in beweging is, heb je een beetje tijd om je vrije voet op de bovenste pedaal te zetten, de eerste omwenteling te maken en zo te beginnen trappen.

Je kan je kind er ook aan herinneren dat het moet trappen door hem een ritme mee te geven: “trappen maar, trappen maar …”.

Tegen een traag tempo is het veel moeilijker om het evenwicht te bewaren dan tegen een gemiddeld tempo.

Je moet altijd nagaan of je kind:

– zijn voeten juist op de pedalen zet~– zijn remmen gebruikt om te stoppen~– zijn hoofd goed recht houdt en in de verte kijkt

Draaien

Door bochten of hindernissen zal je kind vaak van richting moeten veranderen. Hiervoor moet hij:

- de hindernis zien en weten welke richting hij uit moet~- stoppen met trappen~- het stuur stevig vasthouden~- altijd kijken in de richting waar hij naartoe wil

Het geheim? Er plezier in hebben, rijden, altijd maar rijden!~Laat het kind plezier beleven aan het fietsen en laat hem veel oefenen op plaatsen waar er geen verkeer is.~Voor je de straat op gaat, moet het fietsen als het ware een automatisme geworden zijn.